lees hier gedeeltes uit de meest recente versies van Bericht van een Mammie
mei 2001 - maart 2001 - februari 2001

Bericht van een Mammie
mei 2001

DUIMELOT
Heb je je ooit wel eens afgevraagd waarom de Nederlandse taal zo rijk is aan slaapliedjes, slaapversjes en dito rijmpjes? En hoogstwaarschijnlijk geldt dit niet alleen voor het Nederlands taalgebied: overal ter wereld immers worden kinderen, iedere dag weer, in slaap gesust, gezongen en gehumd. Een zeer voorspelbaar scenario ontvouwt zich iedere avond, waar ook ter wereld, aan de bedrand: rekken, rekken en nog eens rekken. Dit scenario is slechts op twee manieren te ondervangen: een superactieve dag met veel indrukken (je moet hierin niet te ver gaan aangezien ze dan van de hoeveelheid indrukken weer niet kunnen slapen) waardoor het betreffende kind geen boe of bah meer kan zeggen. Of het laten opblijven van het kind waardoor het uiteindelijk vanzelf door zijn hoeven zakt. In alle andere gevallen helpt alleen een vast bedritueel en veel geduld.

Rhuben is al helemaal bedreven in het rekken van zijn bedtijd. Het moment dat ik de kamer verlaat probeert hij zo lang mogelijk uit te stellen, althans, als hij daarvóór al niet in slaap is gevallen. Maar meestal is het andersom: ik ben degene die in slaap valt... Verleidt door zijn uitgekiende tactieken - allerliefste uitspraken als "Nog één verhaaltje en dan krijg jij een lekker kusje!" of "Nog een heel dun verhaaltje maar, toe maar mamma!" gepaard met poeslieve blikken en heerlijke knuffels - zit ik daar weer, langer dan gepland, verhaaltjes te vertellen op de schommelstoel. Zijn favoriete held - Opa Klaas - beleeft het ene avontuur na het andere.

Een uitputtingsslag voor zijn moeder, want ieder verhaal moet bedacht worden en dan ook nog eens hardop verteld, terwijl ik net al half in slaap was gesukkeld tijdens het naar bed brengen van zijn zus. Dus terwijl mijn ogen langzaam dichtvallen en mijn stem verstomd in onverstaanbaar gebrabbel word ik opgeschrikt door de manende woorden van mijn wakkere zoon: "Verder mamma, verder!" Als het verhaal bijna uit is bedenk ik, slimmerd, een einde waarbij Opa Klaas in zijn bed gaat liggen, z'n avondmeditatie doet en met een diepe zucht, "hummmm" zucht ik dan, alle indrukken van de dag van zich af laat glijden. "Hummm", hoor ik uit het bedje naast me. Dan laat ik de ogen van Opa Klaas zwaar worden, steeds zwaarder, totdat ze langzaam, langzaam maar zeker dichtvallen. Ik val bijna voorover van de stoel, in slaap gehypnotiseerd door mijn eigen woorden. Maar mijn doel is bereikt: mijn zoon is in diepe rust. Op mijn tenen sluip ik zijn kamer uit met in mijn hoofd het idee om zo snel mogelijk naar bed te gaan; de vermoeidheid is hevig toegeslagen in alle delen van mijn lichaam. Maar als ik "eerst nog even dit" en "nu alleen nog even dat" heb gedaan ben ik alweer springlevend.

Om twee uur 's nachts heb ik spijt dat ik niet direct met de kippen op stok ben gegaan. Ik word wakker en mijn moederinstinct vertelt me dat het niet lang zal duren voordat één van mijn spruiten zich gaat melden. En ja hoor, enkele seconden later klinkt een aanzwellend gejammer op uit de kamer van Saffier. Ik kijk nog even naar mijn man - waarom hebben die mannen nou niet datzelfde instinct? - en besluit om hem te laten slapen en het zelf op te knappen. Dit alles binnen luttele seconden, want de ervaring heeft mij geleerd dat hoe sneller ik bij een huilend kind ben, des te groter de kans dat het vrij snel weer de slaap weet te vatten. Even de aanwezigheid van mammie voelen en het zittende of staande lichaampje valt vanzelf weer om.

Dit keer echter is Saffier wat meer overstuur en heeft ze wat langer nodig. Spijt dat ik niet even een trui heb omgeslagen hul ik mezelf - zo goed en zo kwaad als dat gaat - in het schapevelletje dat op haar kamertje ligt. Mevrouw blijft nog wat nasudderen dus ik benut het moment met het doen van enkele nek- en schouderoefeningen. Als ik per ongeluk tegen de deur aan stoot springt madam direct op, alsof ze niet net nog gewoon lag te slapen, en zet het uit voorzorg vast op een krijsen: "Als je maar niet denkt dat ik je laat gaan mammie!" Als ze ziet dat ik er nog ben gaat ze bereidwillig weer liggen. Luttele seconden later is ze weer in dromenland. Op het moment dat ik denk dat de kust veilig is kom ik langzaam omhoog en maak me op voor 'operation jump'.

Voordat wij kinderen hadden dacht ik dat wij een perfect huis hadden. Weliswaar oud, maar alles in goede staat. Sinds de geboorte van de eerste spruit echter hoor ik overal krakende vloerdelen, krakende traptreden en krakende deuren, alsof ons huis van ellende uit elkaar valt. De charmes van dit oude huis vallen in het niet bij de geneugten van de stilte en isolatie van een nieuwbouwhuis.

Maar klagen helpt mij nu niks, de gang, die moet ik zien te bereiken zonder dat ik mijn dochter wakker maak door het betreden van krakende planken. Ik zoek steun bij de muur (alsof die mij kan helpen) en zucht nog een keer diep om Saffier te laten merken dat ik nog steeds bij haar ben. Wat een list en bedrog, en dat alles om maar zoveel mogelijk nachtrust mee te kunnen pikken...

Ik bedenk welke opties ik heb. Ik kan in één keer de sprong wagen naar de gang, maar de afstand is dermate groot dat er een kans in zit dat de boel mislukt en ik bovenop de krakende drempel terecht kom. Ik spreek uit ervaring: die drempel maakt zoveel lawaai dat Mien er zeker wakker van wordt. Optie nummer twee bestaat uit het maken van een soort hink-stap-sprong richting gang. Daarbij zal ik zeker de drempel kunnen vermijden, ik ontkom echter niet aan het zetten van die ene stap op de krakende planken. Waarom moet uitgerekend dat hele stuk recht voor de uitgang van haar kamer kraken? Mijn laatste optie is om heel, heel langzaam, voetje voor voetje, me te begeven op de krakende planken. Saffier hoort dan weliswaar het kraken, maar begeleid door mijn diepe, diepe zuchten hoort ze dat ik er nog steeds ben en dus (nog) niet ben weggevlucht.

Ik kies vannacht voor de snelste en meest risicovolle optie. Ik adem diep in, zet me schrap en waag de sprong. Gered! Wankelend beland ik aan de overkant van de drempel. Inwendig slaak ik een zucht van verlichting. Zo, dat appeltje heb ik weer gewassen. Ik ga nog even naar de wc - uiteraard zonder licht, zonder doortrekken, zonder de deur te beroeren - en duik weer m'n lekkere warme bed in. Heerlijk, denk ik nog, terwijl ik langzaam wegzoef richting volgende droom. En net als ik zo half in slaap ben, als mijn ledematen al helemaal verlamd zijn en mijn hersenen nog slechts vertekende gedachtekronkels produceren, heeft Saffier door dat ik toch haar kamer heb verlaten...

Ditmaal gaat het opstaan minder makkelijk en ik moet mezelf bij de kraag vatten en uit bed sleuren. Slaapdronken wankel ik richting haar bedje (lijkt het maar zo, of kraken die planken niet als ik de kamer bínnen kom?). Ik hoef het snikkende dametje maar één keer aan te kijken en vraag me direct af waar ik toch mee bezig ben. Ik pak haar op, loop met haar richting mijn eigen bed en enkele seconden later zakken we allebei in een diepe slaap, innig verstrengeld.

Bericht van een Mammie
24 maart 2001

Ik moet eerst even wat met jullie delen: Ik heb m'n eerste advertentie verkocht! Joepie! Wow, wat voelt dat goed. Succes, daar krijg je pas echt een stoot energie van! En dan te bedenken dat ik dit moment had uitgesteld en uitgesteld en uitgesteld... steeds weer had ik voor mezelf excuses bedacht waarom ik niet kon bellen. En dat terwijl ik mijn brief al bijna twee weken geleden had verzonden. Maar vandaag kon ik er echt niet meer onder uit, sprak ik mezelf toe. Om vijf voor vijf had ik nog steeds niet genoeg moed. Ik gaf mezelf een spreekwoordelijke schop onder mijn k*nt en pakte de telefoon. Hij wist meteen wie ik was. "Wat een hartstikke leuk project!" jubelde de man en voor ik nog maar iets gezegd had zei hij: "We doen graag mee!" Had ik daar nou al die tijd tegenop gezien?

Het is grappig hoe je jezelf soms helemaal 'down' kunt denken. Voor een groot deel komt dat doordat je je te veel op de buitenwereld richt: wat zullen anderen hier wel niet van denken? Af en toe krijg ik van die paniekaanvallen: niemand gaat mijn boek kopen! Ik krijg vernietigende kritieken! Niemand wil adverteren in mijn boek! En ga zo maar door. In plaats dat ik me richt op mezelf, dat ik zelf mijn enige maatstaf ben... kijk maar eens naar je kinderen.

Saffier, die inmiddels het lopen goed onder de knie heeft, is met een volgend project begonnen: praten. Ze was al enige maanden aan het kletsen in haar lieve baby-brabbel, maar nu is het menens. Het ene woord na het andere wordt aan haar repertoire toegevoegd, waarbij vooral de dierengeluiden favoriet zijn. (Ik heb me eens laten vertellen dat dat een oer-instinct is: kinderen hadden het nodig voor hun overleving om zo snel mogelijk te leren over alle dieren, de geluiden waaraan je ze kunt herkennen en de mate van gevaar die ze leveren).

Mijn kleine dwingelandje kiest haar eigen studie-uurtjes uit. Vastbesloten grijpt ze mijn vinger vast en trekt me mee naar de boekenkast - als ik haar plannen dwarsboom omdat ik wat anders wil doen kan ik rekenen op een fikse drambui. Dus daar zit ik dan, met haar op schoot, en ik pak een boekje uit de kast. Maar dat blieft mevrouw niet en geagiteerd raast ze door de stapel boeken totdat ze het boekje van haar keuze heeft gevonden. Ze grijpt mijn mouw en dan moet ik er aan geloven: voorlezen mammie!

Tevreden dat ze heeft bereikt wat ze wilde vlijt ze zich lekker in mijn schoot en met mijn wang tegen de hare aan wijs ik haar de poes. "Kijk Saffier, daar is de poes!" Verwachtingsvol kijkt ze me aan: toe mammie, stel die vraag nou! "Wat doet de poes?" vraag ik. "Boeh!" antwoord ze vol enthousiasme. Ik leer haar miauw, maar daar wil ze niet op wachten. We komen bij de koe. "Paa, paa!" roept ze enthousiast, en meteen maakt ze er het paardegeluid bij, driftig schuddend met haar hoofd. Ik prijs haar associatie en vertel over de koe. Ja hoor, daar komt die blik weer: vraag het nou mammie! "Wat doet de koe?" vraag ik. "Boeh!" zegt ze trots. En even later heeft ze de poes ook onder knie, althans, "aaauuuw" klinkt er heel lief uit haar mondje.

Kinderen gaan in hun leerproces volkomen hun eigen weg. Onbewust van het feit dat anderen meekijken, onbewust zelfs van hun eigen fouten. Het enige wat telt is: kan ik bereiken wat ik wil bereiken? Kan ik mezelf optrekken aan die box-spijlen? Kan ik de muur loslaten en een stap zetten in die gigantische ruimte? Kan ik mammie zelf zeggen dat ik NU wil drinken/eten/spelen/ voorlezen/slapen/dansen/muziek-luisteren/opgetild worden/lopen en wat een kleintje zich nog maar meer kan wensen. Alsof hun enige drijfveer is dingen te bereiken die ze nog niet eerder hadden bereikt. Alsof hun enige motivatie is omdat het gewoon leuk is. Alsof hun fouten geen fouten zijn maar kleine stappen op weg naar het doel. Zo heerlijk ongecompliceerd, zonder de angst om te falen. En wat heb je eigenlijk te verliezen?

Met die insteek schreef ik een brief naar mevrouw Jorritsma met de vraag of ze een voorwoord wilde schrijven voor mijn boek. En dat wilde ze!

Bericht van een Mammie
24 februari 2001

Gister speelde Rhuben bij zijn vriendinnetje Ember. Haar mama is kunstenares en werkt en studeert vanuit huis. Tijdens een kopje thee bespraken we "levensvijand nummer één": ANGST.

Soms heb je van die dagen dat je boordevol energie zit, plannen maakt en ideeën hebt. En soms heb je van die dagen dat je denkt dat je er niets van kunt, hoe heb je in vredesnaam al die plannen in je hoofd gehaald. "Ik kan het helemaal niet" zingt het in je hoofd, afgewisseld met "Het lukt toch nooit" en "Wat ben ik toch dom bezig, laat ik me nou maar gewoon beperken tot simpele dingen..."

Ik ben momenteel bezig met het schrijven én zelf uitgeven van een boek over thuiswerken. Het moet een werkboek worden waar je als (aspirant) thuiswerkmama ècht wat aan hebt. Ik loop over van de ideeën voor mijn boek. Vooral onder de douche of op andere plekken dat ik er niet direct aan ga werken. Maar zit ik eenmaal achter de computer, dan slaat de schrik me om het hart. Hoe heb ik in hemelsnaam in mijn hoofd kunnen halen dat ik dit kan? Waarom ben ik zo gek geweest om al afspraken te hebben gemaakt zodat ik wel door moet? Het lukt me toch nooit om een heel boek vol te krijgen?!?!

Maar als je je laat leiden door je angst, door je onzekerheden, dan kun je nooit iets bereiken. Dan komt zo'n boek er nooit - of het wordt een grote mislukking, omdat je die mislukking over jezelf afroept.

Dus voor mij zit er maar één ding op. Ik ga staan, voor mijn bureau, en doe mijn "powermoves". Vuisten maken en in de lucht die armen, onderwijl roepend: "Yes, ik kan het, ik doe het goed!" Rhuben en Saffier staan vrolijk om me heen te dansen, want wat mama nu doet is toch wel erg leuk.

Daarna ga ik weer achter mijn computer zitten en ik breng m'n handen even samen in een meditatieve houding. Ik sluit m'n ogen en maak contact met mijn eigen kracht. "Ik kan het" zeg ik nogmaals tegen mezelf. En voor ik het weet staat er een nieuw hoofdstuk op papier.

© Copyright 1996-2001 Edith Hagenaar (alles op deze site tenzij anders vermeld)