2.7.07

Tijger

De eerste keer dat ik in de krant stond was ik vijf jaar oud. Ik had daarvoor niets hoeven doen; ik was als honderdste lid geworden van de net nieuw opgerichte honk- en softbalvereniging in mijn woonplaats, de Foresters. Ik kreeg een handschoen en een bal en de belofte dat ik een leuke tijd zou krijgen. Vijfjarigen beginnen niet meteen met softbal, die gaan eerst op peanutbal. Het was de ideale sport voor het dromerige kind dat ik was: even slaan, stukje rennen, uitgetikt worden en weer lekker in de dug out zitten kijken. Ik werd opgesteld in het verre veld. Eén wedstrijd herinner ik me nog goed. We speelden uit bij de Herons. Ik stond lekker in het verre veld, een beetje op mijn handschoen te kauwen en om me heen te kijken, totdat mijn naam ineens geroepen werd door wel tien ouders. Ik keek naar ze, wat zou er aan de hand zijn? “Achter je, achter je!” Ik verwachtte één of ander dier, maar nee, drie meter achter mij lag de bal op de grond. Hoe was die daar nou terecht gekomen?

Toegegeven: zonder vrijkaartje was ik niet op het idee gekomen om te gaan, maar toen ik vorige week bij de Tex Town Tigers op de tribune zat om naar de WK Softbal Junioren te kijken kon ik mijn hart ophalen. Ruim tien jaar peanut- en softbalherinneringen kwamen boven terwijl ik me verheugde over het hoge niveau van de wedstrijden. Ik raak altijd enorm geïnspireerd van topsporters, die hun eigen grenzen steeds verder oprekken en die, als het er op aankomt, niet alleen het fysieke, maar vooral ook het mentale uithoudingsvermogen hebben om te excelleren. Iets wat we in Nederland bijna helemaal de rug toegekeerd hebben, bedenk ik me als ik lees dat de beste Nederlandse scholieren en studenten slechter scoren dan vergelijkbare jongeren elders in Europa. We zijn zo gefocust geraakt op samenwerking en sociale vaardigheden en staan zo negatief ten opzichte van verliezen, dat iedere vorm van competitie wordt vermeden. Zo niet bij de Japanners. Ik zie de Japanse tweede honkvrouw een fatale fout maken tegen de Venezolanen en meedogenloos wordt ze door haar coach gewisseld. Niet leuk, maar de competitie met de secundaire tweede honkvrouw dwingt haar wel tot excelleren, mocht ze weer opgesteld worden. De innerlijke motivatie om het beste uit jezelf naar boven te halen is veel moeilijker aan te wakkeren als je niet in een concurrentieveld zit. Het prikkelt me, merk ik, dat element van competitie dat de zen-Edith zo uit haar leven gebannen heeft.

De eerste keer dat ik een homerun sloeg was ik acht jaar oud. Ik had daarvoor heel veel getraind. De homerun maakte de dromerige Edith voorgoed wakker: het smaakte naar meer. Die lekkere smaak ben ik verloren – en stiekem wil ik ‘m weer terug. Ik zag al dat de Tigers een recreantenteam hebben...

0 reacties:

Een reactie plaatsen

Links naar dit bericht:

Een koppeling maken

<< Startpagina